In de jaren twintig, de tijd van de drooglegging, stortten Siciliaanse gangsters zich op de illegale handel in sterke drank. Honderden illegale kroegen werden door hen bevoorraad. Dit zijn de overbekende feiten.
Minder bekend is wat zich precies afspeelde achter de schermen van deze gigantische onderneming die de basis vormde voor de totstandkoming van het hedendaagse mafia-imperium. John H. Davis, mafia-expert bij uitstek, vertelt het allemaal in dit boek, hèt standaardwerk over de wereld van bloedbroederschap, wisselende bondgenootschappen, slinks verkregen politieke macht, repeterend geweld, verraad, langdurige vetes en kleurrijke, maar beslist levensgevaarlijke personages.
Zoals daar zijn: Salvatore Maranzano, de mafioso die Ceasar in het Latijn las; Lucky Luciano, die de mafia in 1931 reorganiseerde en de structuur gaf die ze de afgelopen zestig jaar heeft gehad; Albert Anastasia, de opperbeul die samen met Luciano de leiding had over de BV Moord, een vast bestand van huurmoordenaars die op afroep beschikbaar waren.
Davis concentreert zich echter vooral op de geschiedenis van de Gambino’s, de machtigste van alle families. Gedreven vertelt hij hoe Carlo ‘Don Carlo’ Gambino door de liquidatie van Anastasia zijn misdaadimperium versterkte. Hoe de familie na zijn dood door de omstreden opvolging door Paul Castellano in twee kampen werd verdeeld. Hoe daarbij het zaad werd gezaaid voor John Gotti’s greep naar de macht en hoe Castellano ten slotte aan zijn eind kwam. Van de drooglegging tot de jaren negentig, tot en met een gedetailleerd verslag van het proces dat leidde tot de spectaculaire veroordeling van John Gotti – spil in de machinerie van de Gambino’s – in 1992, binnen dat tijdsbestek plaatst Davis zijn onneerlegbare geschiedenis van de mafia.