Kookboek.nl

In de Tusschentijd

 37,50

In de Tusschentijd

In de Tusschentijd is een hard boiled roman, met satirische, absurdistische en surrealistische trekken en spannende actie scenes over het thema tijd. Fragment Het voelde als verraad om weer voedsel tot me te nemen. Als een te korte rouwperiode na de dood van een dierbare. Maar na drie dagen zonder eten, slechts wat korte hazenslaapjes in deze ongemakkelijke stoel en te veel kruikjes drank moest ik kiezen, omdat mijn lichaam dat anders voor mij zou doen. Dat was het moeilijkste ogenblik, het besluit om verder te gaan. Het krassen van mijn pen blijft hangen in de stilte terwijl ik deze woorden mechanisch opschrijf. Waarom ik dit schrijf? Ik weet het niet, misschien een overblijfsel van mijn vroegere werk als wetenschapper. Denken op papier, praten op papier. Praten om de ondraaglijke leegte in mijn hoofd op te vullen. En met wie zou ik anders moeten praten? Ik kan ze niet haten, daarvoor ken ik ze te goed. En daarvoor heb ik te veel van ze gehouden. Raadsvoorzitter Markus met zijn woeste lach, krullen en baard. Mijn stille vriend Istvan, de beste jager van de streek. Hij kon zo opgaan in zijn omgeving dat hij de hazen en patrijzen voor het grijpen had … en moet je hem nu eens zien! Ilonka, mooie Ilonka met haar opzwepende dansen, de vriendin van Istvan. En soms ook de mijne. Rooie Dranko, die kon praten met zijn ezel. Marija met haar stille wijsheid en Mario, onverwoestbare Mario … Ik weet niet of wij ooit weer samen kunnen zijn. Ik merk dat ik mij gewoontegetrouw richt tot de Lezer, het zij zo. Ik kan U, waarde Lezer, melden dat zich een rampzalige reactie heeft voorgedaan in één van de grootste tijdkloven van deze planeet. Een zeer belangrijke aftakking van De Grote Tijdbron is vernietigd en veel kostbare tijd is vervlogen. Erger is echter dat de tijdhuishouding zelf is aangetast, met alle gevolgen van dien voor onze dingen. Die eens zo vredige delta van eindeloos veel traag meanderende, machtige tijdstromen en springerige, speelse stroompjes, van trotse meren en verstilde plassen, wordt nu overspoeld door een alles vernietigende vloedgolf van wereldstandaardtijd. Helaas zullen de gevolgen ook U vroeger of later bereiken. Ik zeg dit niet als dreigement, maar als waarschuwing … de conclusies uit mijn vroegere onderzoek zijn helaas al eens eerder juist gebleken. Als de vloedgolf voorbijgetrokken is, zal er een barre wereld achterblijven, waarvan U zich geen voorstelling kunt maken hoe het is om daarin te moeten leven. Profijtelijkheid en efficiëntie zal alles zijn wat u rest. Prijs u gelukkig met uw ongetwijfeld talrijke, zinnenprikkelende en geestverrijkende bezigheden en bescherm ze met uw leven. Het zijn deze dingen van eigenwaarde die uw ziel zullen redden … of als eerste het slachtoffer zullen worden van deze zondvloed. En wat dat ultieme gevaar dan wel mag wezen? Juist, het is dat mechaniek dat ook u ongetwijfeld op uw nachtkastje hebt staan: uurwerken! Ieder mens moet zijn eigen keuzes maken, maar soms moeten mensen tegen zichzelf in bescherming worden genomen, in bescherming tegen de haastige slagen van de alomtegenwoordige uurwerken die ons oproepen tot een losgeslagen, ontaarde Vooruitgang die de dingen achteruit doet gaan. Duistere woorden, zeker. En bedenk ook of u wel verder wilt lezen. Ik kan geen verantwoordelijkheid nemen voor het effect van mijn woorden op uw gemoedsrust. Is een mens voorbestemd voor bepaalde dingen? Onzin, zegt de wetenschapper in mij, maar ik moet bekennen dat mijn gevoel mij heel wat anders zegt nu de dingen zo onontkoombaar lijken. Eens was het de ontembare Alexandra die de tijdbron deed volstromen door tegen alle logica in dat allerlaatste moment van haar leven samen te ballen tot een nieuw begin … zou mijn voorgenomen sprong voldoende zijn? Wat ik in ieder geval zeker weet, is dat ik volgens alle redenaties te pletter zou moeten slaan. Maar redenaties scheppen geen nieuw leven, geen nieuwe tijd. Ik kijk naar het beduimelde stapeltje papierwerk voor me, zoals de enveloppe met de krantenknipsels die ik op melancholische momenten voor me placht uit te spreiden als het plaveisel van mijn leven. Verder “Psychomechanica, of de constructie der dingen”, mijn artikel dat zo’n abrupte wending aan mijn wetenschappelijke carrière had gegeven. Mijn proefschrift, “Het periodiek systeem van het menselijk gedrag”, dat zo onbedoeld de weg vrij had gemaakt voor de catastrofe. En natuurlijk de beschrijving van mijn goede vriend Ibrahim die wel erg flatteus beschrijft hoe ik de eerste Rijkstijdsleutelbewaarder werd. Eén voor één leg ik deze dierbare publicaties op een stapel, klaar om mee te nemen op mijn laatste reis. Als laatste ligt mijn aantekenschrift voor me om te worden toegevoegd aan de stapel. Ik zal ze toevertrouwen aan De Grote Tijdbron, het lot mag bepalen bij wie ze zullen aanspoelen. Voordat ik zal opstaan om te doen wat ik moet doen, schrijf ik nu de titel op het voorblad van mijn aantekenschrift: “In de Tusschentijd”.

 37,50